De oorsprong van de Shih-tzu

 

De shih-tzu, het Tibetaans Leeuwtje of Chrysanten Hondje is waarschijnlijk één van de meest extraverte onder de oosterse rassen. Met zijn lief snoetje en zijn overvloedige beharing, zijn speels en levendig karakter, vormt hij een ideale kleine gezelschapshond. De voorlopers van de Shih Tzu zijn als geschenk gegeven aan de Chinese keizers van de Manchu Dynastie, die de Tibetaanse monniken bezochten. Deze kleine honden zijn gekruist met de Pekingees en zo is het Shih Tzu ras ontwikkeld. Bedoeling was om de shih-tzu het beeld van een leeuw te geven, het zinnebeeld van het Boeddhistische geloof. Bronnen spreken dat de Shih Tzu een afstammeling zou zijn van de Tibetaanse tempelhonden die 2000 jaar geleden werden gefokt. Een shih-tzu komt voor in alle kleuren.

De Shih Tzu was het favoriete huisdier van de Chinese keizers en de manier van fokken werd streng geheim gehouden. Deze hond stond bij de Chinezen in hoog aanzien. Lady Brownrigg heeft de Shih Tzu voor het eerst in Engeland geïmporteerd in 1930 en het ras is in 1946 door de British Kennel Club erkend.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er Amerikaanse soldaten, die onder de bekoring van deze kleine honden kwamen en die exemplaren mee naar de Verenigde Staten hebben genomen. Dit ras werd niet erkend door de American Kennel Club en deze honden zijn daar vaak geregistreerd als, en gekruist met de Lhasa Apso's. De Shih Tzu is pas in 1969 door de American Kennel Club erkend.