De tandjes bij puppies
Bij kleine rassen (yorkshire, poedel, etc.) durft er vaak bij de wisseling van de tanden wat fout gaan. De melktanden blijven namelijk zitten naast de blijvende tanden: persisterende melktanden dus. Meestal ziet men dit bij de hoektanden, maar ook bij de andere tanden kan dit fenomeen optreden: een echt “dubbel” gebit dus. De melktanden beschadigen op deze manier de blijvende tanden en doen hun stand afwijken. Zijn de melktandjes op een leeftijd van 7 à 8 maanden niet weg, moeten ze chirurgisch verwijderd worden teneinde het blijvende gebit te beschermen.
Tanden bij honden is van groot belang, dus verzorg ze goed en kijk regelmatig eens of alles nog in orde is. Bij puppies zal pas na 2 tot 4 weken het melkgebit beginnen door te komen. Honden hebben 28 melktanden. Omdat dit melkgebit zorgt voor de te volgen weg van het blijvend gebit, moet puppy’s hun melkgebit op 8-12 en 16 weken leeftijd laten nakijken om zeker te zijn dat de tanden recht uitkomen en dat er geen aangeboren afwijkingen zijn.
Vanaf 3 à 4 maanden tot ongeveer 7 maanden zal de hond zijn melkgebit wisselen voor zijn 42 permanente tanden.
Het kan gebeuren dat in deze periode het gebit wat gevoeliger is en het beestje dan wat moeilijker zijn brokken kan kauwen. Geef uw hondje allerlei zaken waar hij op kan kauwen, een extra grote kluif zoals kalfsdijbeen kan dan voorkomen dat uw pup op uw schoenen of meubilair gaat gebruiken.
Afwijkingen die kunnen voorkomen:
Teveel of te weinig tanden hebben
Over- of onderbeet
Melktanden die blijven staan (dubbele rij)
Een verkeerde stand van hoektanden of kiezen
Al deze afwijkingen kunnen behandeld worden zonder al te veel problemen indien men er tijdig bij is.
Welke tanden komen er eerst ?
Hoektanden kan je na 3 tot 4 weken zien komen.
De derde en vierde praemolaar verschijnen na 3 tot 4 weken.
De derde snijtand ontstaat op de leeftijd van 4 weken.
De twee binnenste snijtanden ontstaan op de leeftijd van 4 tot 5 weken.
De tweede praemolaar (P2) verschijnt na 4 tot 5 weken.
De eerste molaar verschijnt na 4 maanden.
De eerste praemolaar (P1) (de wolfskies) verschijnt eerst na 4 tot 5 maanden.
De snijtanden en hoektanden wisselen op de leeftijd van 4 tot 5 maanden.
De tweede molaar in de onderkaak verschijnt na 4 tot 5 maanden.
De tweede molaar in de bovenkaak verschijnt na 5 tot 6 maanden.
De praemolaren wisselen als de hond 5 tot 6 maanden oud is.
De derde molaar verschijnt na 6 tot 7 maanden.
Het kan gebeuren dat de melkhoektand langer blijft zitten dan voorzien, dit is geen ramp, laat bij een eerstvolgende controle de dierenarts even kijken. Is de melkhoektand op de leeftijd van 9 maanden nog aanwezig, raadpleeg dan de dierenarts.
Waar zijn alle tandjes gebleven ?
In sommige gevallen kan het zijn dat een paar tandjes moeilijk door het tandvlees heen kunnen groeien omdat eventueel het tandvlees te hard of te dik is, het kan ook zijn dat de tandjes de verkeerde weg volgen om aan de oppervlakte te komen. Dit kan en veel gevallen verholpen worden met een kleine ingreep door een dierenarts "specialist in tandheelkunde". Meer info op www.dierentand.be
Onderstaande foto laat een gebit zien waar de twee middelste tandjes moeilijk aan de oppervlakte komen. Deze ingreep moet zeker voor de leeftijd van zes maand gebeuren, want kleine ontstekingen kunnen de tandwortel onherstelbaar beschadigen. Hierdoor komen de tandjes los te zitten en na het vrijmaken van de betreffende tandjes vallen deze in korte tijd uit.
Tandenpoetsen al op jonge leeftijd beginnen ...
Het is belangrijk om uw pup vanaf jonge leeftijd al te laten wennen aan het tandenpoetsen. Als u bij uw hond begint met tandenpoetsen tussen de 8 en 12 weken oud zullen ze dit als normaal beschouwen en op latere leeftijd het poetsen zonder angst tegemoet zien.
Tandenpoetsen bij volwassen honden
Aandoeningen aan het gebit zijn namelijk één van de meest voorkomende aandoeningen bij honden. Deze kunnen leiden tot tandvleesontsteking en verlies van tanden. Dit is pijnlijk voor de hond en indien het onbehandeld blijft zelfs gevaarlijk: de bacteriën kunnen lever, hart en nieren beschadigen.
Tandsteen zal zich vroeg of laat altijd ontwikkelen. Dit is een bruin neerslag van voedselresten, kalkzouten, bacteriën en speeksel op de tanden. Het kan al heel vroeg beginnen, op de leeftijd van 2 à 3 jaar, met een dun bruin laagje op de hoektand. Dieren wiens tanden niet verzorgd worden door de eigenaar en daarbovenop een zachte voeding te eten krijgen, zullen veel sneller tandsteen ontwikkelen.
Hoe herken je problemen met het gebit?
Slechte adem.
Bruine aanslag op tanden/kiezen.
Losse tanden.
De hond kauwt nog maar met één kant.
Rood tandvlees op de overgang van tandvlees naar tanden of kiezen.
Gemakkelijk bloedend tandvlees.
Als uw hond een slechte adem heeft, laat dan zijn gebit controleren!
Hoe het gebit van uw hond preventief netjes te houden:
Geef speelgoed waarop de hond kan kauwen, buffelhuiden beentjes, ... zorgen er ook voor dat de tanden proper blijven hoewel deze minder efficiënt zijn dan het borstelen.
U kan 2 à 3 maal per week het gebit van uw hond reinigen met een speciale hondenborstel en pasta. Er bestaan rubberen borsteltjes die je over uw wijsvinger kan steken. Hier kan u best van jongs af aan mee beginnen zodat uw hond hier meteen aan gewend is. Voor oudere honden is het moeilijker om ze dit nog gewoon te maken.
Vraag hiernaar bij uw dierenarts.
Tandcorrectie bij kleine hondenrassen